Teneinde verschillen tussen gebedstijden op te heffen en gemeenschappelijk te handelen, zijn islamitische organisaties en genootschappen in Europa een aantal principes overeengekomen.
Onder de coördinatie van de Hoge Raad voor Religieuze Zaken van het Presidium voor Religieuze Zaken (Diyanet), hebben islamitische genootschappen, die eensgezind de verschillen in de bepaling van de ingang van de maanmaanden alsmede de verschillen in de vasten- en feestdagen hebben opgeheven, na een zeven jaar durende grondige studie ook een einde gemaakt aan de verschillen in gebedstijden, in het bijzonder bij het vaststellen van het nachtgebed (ṣalāt al-ʿishāʾ) en het tijdstip waarop het onthouden van eten en drinken tijdens het vasten (al-imsāk) aanvangt (corresponderend met het ingaan van de dageraad).
Het resultaat van deze inspanningen is de lancering van een nieuw beleid rondom de gebedstijdenkalenders per 1 januari 2023, dat is opgesteld in overeenstemming met de overeengekomen principes uit het islamitische recht (al-fiqh). De distributie van deze kalenders onder de in Europa levende moslims is inmiddels gestart.
In verschillende Europese steden zijn een reeks bijeenkomsten gehouden om de bereikte uniformiteit aan te kondigen aan de diverse islamitische genootschappen en organisaties die actief zijn in Europa.
Ook in Nederland is een bijeenkomst gehouden over dit thema, georganiseerd door de Islamitische Stichting Nederland (ISN) en het Haagse Adviseurschap voor Religieuze Zaken. Die bijeenkomst vond plaats op 1 december 2022 in de conferentiezaal van de ISN Laleli Moskee te Rotterdam.
De bijeenkomst werd bijgewoond door Prof. Dr. Abdurrahman Haçkalı (Voorzitter van de Hoge Raad voor Religieuze Zaken bij het Presidium voor Religieuze Zaken), astronoom Dr. Ümit Ertem, Prof. Dr. Haluk Songur (Raadsman voor Religieuze Zaken te Den Haag), Hüsnü Özmen (Attaché voor Religieuze Zaken ambtsgebied Deventer), Muhlis Koç (Voorzitter ISN), Tuncay Bahtiyar (Bestuurslid Nederlandse Turkse Federatie), bestuursleden en voorzitters van geestelijke begeleidingscommissies van de Federatie van Milli Görüş Nederland en religieuze bedienaren die dienstdoen in de Nederlandse moskeeën.
De bijeenkomst begon met een Koranrecitatie, waarna verschillende toespraken zijn gehouden. Aan het woord kwamen de Raadsman voor Religieuze Zaken en de Attaché voor Religieuze Zaken. Nadien hielden Prof. Dr. Abdurrahman Haçkalı en Dr. Ümit Ertem presentaties over gebedstijden.
In zijn presentatie verklaarde Haçkalı dat er verschil van mening (ikhtilāf) bestaat over de vaststelling van de gebedstijden (met name rond al-ʿishāʾ en al-imsāk) ten gevolge van geografische omstandigheden in Europa. Hij gaf aan dat er een uitgebreide studie is gedaan gedurende zeven jaar teneinde dit vraagstuk op te lossen, en dat er stapsgewijs overeenstemming is bereikt over de vaststelling van de gebedstijden. Haçkalı verklaarde dat de studie nodig was om de volgende redenen:
- Over het thema bestaat in Europa een veelheid aan toepassingen en onder moslims is er behoefte aan eenheid.
- De verschillen leiden tot twijfels.
- De verschillen hebben een negatieve kijk onder niet-moslims tot gevolg.
- Moslimjongeren hebben onvoldoende inzicht in de verschillen in de onafhankelijke oordeelsvorming door specialisten (al-ijtihād) binnen legitieme kaders.
- Het voorkomen van onrust die voort kan vloeien uit de drang voor monopolie op de waarheid onder moslims.
- Aarzelingen veroorzaakt door de huidige toepassingen.
De kenmerken van het geharmoniseerde beleid rondom de bepaling van de gebedstijden zijn:
- Er is zoveel mogelijk voldaan aan de feitelijke ingang van de tijden.
- Indien er een ongemak bestaat dat het reguliere ongemak overstijgt, wordt er overgegaan tot schatting (al-taqdīr) teneinde gemak te bieden.
- De bewijzen uit de religieuze wetgeving (al-sharīʿa) zijn in acht genomen. De genomen besluiten zijn onderbouwd vanuit de sharīʿa.
- De astronomische gegevens worden bevestigd door waarneming.
- Er komt een gebedstijdenkalender die overal ter wereld toepasbaar is.
- Er wordt voorkomen dat afwijkingen ontstaan tussen de werkelijke tijden en de vooraf ingeschatte tijden tussen de verschillende gebieden en tussen de dagen.
- Gemak bij het berekenen.